Normen monsterneming afvalwater en oppervlaktewater herzien
NEN 6600-1 voor het nemen van afvalwatermonsters en NEN 6600-2 voor het eenduidig nemen van steekmonsters uit oppervlaktewater zijn herzien.
Na een aantal jaren van toepassing te zijn geweest, is NEN 6600-1 waar nodig aangepast aan de huidige praktijk:
- De rol van het monsternemingsplan is verder benadrukt en uitgewerkt.
- Het beslisdiagram voor de wijze van bemonsteren (figuur 1) is herzien.
- De in-line plunjer en het vacuümmonsternemingstoestel zijn nu de voorkeurstoestellen.
- Het minimale volume van een deelmonster bij vacuümmonsterneming is nu 50 ml.
- Het tijdstip voor het nemen van het monster uit het monsterverzamelvat is toegevoegd met inachtneming van de eisen over bewaartermijnen en conservering van watermonsters (NEN-EN-ISO 5667-3).
- De eisen voor precisie en juistheid voor een representatieve monsterneming zijn geüniformeerd; de berekeningswijze is herzien en voorbeeldberekeningen zijn toegevoegd.
- De inhoud sluit aan op andere (internationale) normen.
Deze norm geeft aanwijzingen voor de keuze en het gebruik van monsternemingstoestellen en hulpmiddelen voor verschillende typen oppervlaktewater en voor onderzoek naar verschillende parameters. De nieuwe editie is onder andere op de volgende punten gewijzigd:
- De bemonstering voor vluchtige verbindingen is herzien. De dubbele monsterfles voor monsterneming voor de vluchtige verbindingen is komen te vervallen.
- De bemonstering met een pomp is toegevoegd.
- De bemonsteringslocatie en omstandigheden zijn opgenomen in deze norm en sluiten aan bij ISO 5667-4:2016 en NEN-EN-ISO 5667-6:2016.
- Technische en tekstuele verbeteringen zijn doorgevoerd naar aanleiding van opmerkingen van gebruikers van de tweede druk.
Bron: NEN