Het proces tot herziening van het asbeststelsel lijkt zich in de eindfase te bevinden. Momenteel loopt en gebeurt er van alles op diverse niveaus. Belangrijk daarbij is de publicatie van een bekend instituut dat in opdracht van het ministerie van SZW een rapport heeft opgesteld met als titel “Aanknopingspunten voor differentiatie in risico’s van werkzaamheden met asbest ten behoeve van beheersregimes”. Fenelab maakt zich zorgen over dit rapport. Naast inhoudelijk en procedurele opmerkingen die Fenelab heeft gemaakt, is er twijfel over de onafhankelijkheid van het instituut in het asbestwerkveld. Naar aanleiding van een eerder verschenen rapport heeft Fenelab daar al melding van gemaakt bij die organisatie. Fenelab heeft in een notitie gedetailleerd commentaar geleverd.
Hoe ziet de toekomst voor de asbestsanering er uit? Zo ongeveer niemand weet het. Wat we wel weten is dat er al jarenlang stelselmatig wordt geprobeerd om het asbeststelsel te verzwakken onder het mom van ‘kostenbesparing’ en ‘zo gevaarlijk is asbest niet’. Daar denkt Fenelab toch echt anders over. De veiligheid en gezondheid van werknemers en mensen in het algemeen is het hoogste goed.
Asbest is gevaarlijk, talloze onderzoeken laten dat keer op keer zien. De staatssecretaris van SZW, Tamara van Ark, heeft zich ook al eerder in een Kamerdebat uitgelaten in de zin van; ‘het kan een onsje minder maar de gezondheid van werknemers die werken met gevaarlijke stoffen, acht ik het belangrijkst.’ Dat is duidelijke en goede taal! Waarom wordt er dan niet zo gehandeld momenteel?
Heel bijzonder vindt Fenelab het dat Landelijk Asbest Volgsysteem (LAVS) ‘kosten wat het kost’ op de huidige manier in stand wordt gehouden terwijl er geknabbeld wordt door SZW beleidsmakers aan het huidige asbeststelsel. Dat staat echt in schril contrast met elkaar. Sinds juli van dit jaar moeten ook onze asbestlaboratoria meldingen doen in LAVS. Prima, maar dan wel consequent blijven in het beleid en niet het één wel en het ander niet. Hierbij de brief die Fenelab heeft geschreven aan Rijkswaterstaat als beheerder met afschriften aan Stientje van Veldhoven en Tamara van Ark als verantwoordelijke bewindspersonen.
Fenelab hecht als geaccrediteerde laboratoria sterk aan data die daadwerkelijk voor onderbouwing zorgen van nieuwe technieken en innovaties. Dat moet echt zorgvuldig (blijven) gebeuren. Fenelab kijkt daarom uit naar de inrichting van het nieuwe VIP onder leiding van RIVM. Daar hebben we alle vertrouwen in. Als het gaat om de data hebben enkele leden talloze onderzoeken en gegevens naar Den Haag toegestuurd. Hierbij het bericht dat erbij hoort.
Voorts heeft Fenelab een brochure opgesteld waarin wordt gewezen op het risico zodra je voor bepaalde toepassingen de eindbeoordeling afschaft. Dat gaat leiden tot bijna 10% gezondheidsrisico’s. Een vergelijking is te trekken met de trajectcontrole op vele snelwegen die we hebben. Zodra je die weghaalt, dan neemt het aantal boetes fors toe. Dat is in het asbestwerkveld niet anders.
Een duidelijke visie in beleid van staatssecretaris Tamara van Ark is hoogst noodzakelijk. Tamara weet wat zij wil, hebben we hierboven gezien, maar nu graag de boter bij de vis! Op dit moment is staatssecretaris Tamara van Ark aan zet: Fenelab heeft haar daartoe een brief gestuurd.
Fenelab roept de staatssecretaris op om duidelijkheid te scheppen over het proces van de herziening van het asbeststelsel. Fenelab vraagt de staatssecretaris Tamara van Ark om klare wijn te schenken over veilig, gezond en eerlijk werken bij asbestprojecten in de toekomst.
Fenelab roept de staatssecretaris ook op om vast te houden aan het gecertificeerde asbeststelsel voorzien van een geaccrediteerde eindbeoordeling door asbestlaboratoria, met hier en daar aanpassingen – of versoepelingen – daar waar robuuste data dat rechtvaardigt.