Bijdrage van Bob van Doorsselaere, voorzitter Commissie Accreditatie
Waar tot enige tijd geleden 1 september 2020 nog als uiterste datum gold om eventuele afwijkingen tegen de nieuwe versie van EN ISO/IEC 17025 op te lossen, is deze datum intussen gewijzigd naar 1 maart 2021. Dat impliceert ook dat het beoordelingsonderzoek voor 1 december 2020 doorgang heeft moeten vinden. De directie van de RvA neemt dan voor 1 juni 2021 het accreditatiebesluit. Indien er geen positief besluit kan worden genomen, zal de accreditatie per 1 juni 2021 worden ingetrokken.
Maar, hoever staat de transitie nu? Onderstaande grafiek, met dank aan de RvA, geeft het mooi weer:
Eind september was zowat 76 % van de geaccrediteerde laboratoria overgegaan van EN ISO/IEC 17025 : 2005 naar EN ISO/IEC 17025 : 2017. Volgens info RvA zitten er nog zo’n 85 laboratoria in de pipeline om de overgang te maken. Zoals bekend beschrijft de NEN-EN-ISO/IEC 17025 de voorwaarden waaraan laboratoria moeten voldoen om consistente en betrouwbare resultaten te leveren. Met de komst van de versie 2017 werden er toch behoorlijk grote wijzigingen ingevoerd. We zetten ze nog even op een rijtje:
Risico gebaseerd denken
Risico gebaseerd denken is het belangrijkste nieuwe element in de herziene 17025. Het laat de laboratoria toe meer zelf de regels vast te stellen of van bepaalde zaken af te wijken, mits ze dit goed weten te beargumenteren. Het gaat erom dat de risico’s in kaart worden gebracht en dat ze beheerst worden. De ervaring leert dat zowat alle laboratoria dit goed hebben opgepakt, maar tevens dat dit begrip in de nabije toekomst zeer waarschijnlijk nog veel meer zal doordringen in domeinen waar er nu nog niet zoveel aandacht aan geschonken werd. Een mooi voorbeeld hiervan is het aankopen van allerlei spullen. Laboratoria zullen meer moeten nadenken over de kriticiteit van die spullen en dus over de noodzaak van het al dan niet vastleggen van aankoopcriteria.
Informatiemanagement
Daarnaast is er in de herziene ISO 17025 een sterkere focus op informatiemanagement. De nieuwe norm is een stuk gemoderniseerd en houdt nadrukkelijker rekening met het gebruik van computersystemen en de productie van elektronische resultaten en rapporten. “De essentie is dat laboratoria kunnen aantonen dat de systemen goed werken om valide en betrouwbare resultaten te produceren”. Dat is echter vaak makkelijker gezegd dan gedaan. Hier stellen we duidelijke verschillen tussen audits vast. De ene auditor hecht er meer belang aan dan een andere, de ene heeft er meer interesse in/kennis van/gevoel bij dan een andere. Dit is uiteraard volkomen te begrijpen, maar de verschillen mogen niet te groot worden. Op dat vlak is er nog werk aan de harmonisatie van auditoren.
Communicatie met de klant
De communicatie met de klant is een derde belangrijk aandachtsveld. Op diverse plaatsen in de norm staat expliciet vermeld welke afspraken laboratoria met klanten moeten maken en waarover ze moeten communiceren. Dit onderwerp, met name wat spreek je af met de klant tijdens de offerte- of de contractfase en wat lever je de klant bij de rapportage, heeft bij heel wat laboratoria bijzondere aandacht gekregen.
Uit navraag bij de RvA is echter niet naar voren gekomen dat er een “hitlijst” van afwijkingen bestaat. Waar eerst gedacht werd een dergelijke lijst op te stellen, heeft men dat idee vrij snel verlaten, vermits dit geen waardevolle informatie opleverde en er van trends niet echt sprake was.