De Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA) heeft een signaal afgegeven over de schoonverklaringen na asbestsanering. De inspectiedienst van de rijksoverheid stelt vast dat ruim een derde van de asbestlaboratoria het werk niet goed uitvoert en ten onrechte asbestsaneringslocaties vrijgeeft. De vertegenwoordiger van de asbestlaboratoria, branchevereniging Fenelab, deelt de zorgen maar betwijfelt het hoge percentage en wil serieus kijken naar de oplossingsrichtingen voor de branche.
Signaalrapportage NLA
Zonder enige aankondiging publiceert de NLA de signaalrapportage over schoonverklaringen na asbestsaneringen. En dat terwijl er geregeld constructief in overleg getreden wordt om eventuele problemen te bespreken. In de signaalrapportage wordt aangegeven dat een substantieel deel van de eindinspectie-instellingen (naar schatting meer dan een derde) haar werk niet goed uitvoert. Als een locatie ten onrechte wordt vrijgegeven, lopen bouwvakkers die na de sanering een verbouwing gaan uitvoeren (of bewoners van een gesaneerde woning) forse gezondheidsrisico’s.
Signaal serieus nemen en verzoek branche om onderbouwing cijfers
Fenelab neemt het signaal serieus; uiteraard is elke fout er één te veel aangezien het hier gaat om het werken met het gevaarlijke materiaal asbest. Fenelab vindt wel dat de NLA de cijfers moet onderbouwen alvorens gericht mee te kunnen denken in de oplossingsrichtingen. De eindinspecties op de bezochte locaties zijn uitgevoerd door (minstens) acht verschillende eindinspectie-instellingen, hierbij zijn 6 casussen beoordeeld door de NLA. En dat op een totaal van ongeveer 80.000 projecten per jaar. Van een overheid mag verwacht worden dat hierover genuanceerdere conclusies worden getrokken. Fenelab kan zich niet aan de indruk onttrekken dat hier sprake is van effectbejag door de NLA.
Meer toezicht in de branche is goed
De asbestlaboratoria – wij als Fenelab - bepleiten al jarenlang voor beter toezicht in de branche om het kaf van het koren te scheiden. Er zijn mogelijkheden om projectlocatie onaangekondigd te bezoeken waar in het verleden goede resultaten mee zijn geboekt. Fenelab gaat in samenspraak met de bevoegde instanties zoals de NLA, bezien wat er voor instrumenten zijn op dit gebied. Op deze manier kan slecht gedrag in de branche voorkomen worden.
Het blijft mensenwerk en gedragscomponent is essentieel
In elke branche geldt, daar waar gewerkt wordt vallen spaanders. Bij de asbestlaboratoria is dat niet anders. Echter, omdat het mensenwerk blijft, vinden we het zinvol om naast het in ere herstellen van de onaangekondigde onafhankelijke bijwoningen verdiepend na te denken over persoonscertificering en -registratie. Op deze manier kunnen we de branche gezond houden met goede medewerkers. Fenelab pleit ervoor om goed in overleg te blijven met de NLA over mogelijke oplossingsrichtingen. Zonder een goede cijfermatige onderbouwing van de feitelijke ernst van het probleem, vindt Fenelab dat nog te vroeg.