Cock Oosterman is sinds kort de nieuwe voorzitter van de Commissie Accreditatie en stelt zich graag aan u voor. Kom meer te weten over zijn ambities, de voornemens van de Commissie en wat hij aan de leden wil meegeven.
Je bent de nieuwe voorzitter van de Commissie Accreditatie: wil je je kort nog even voorstellen?
Ik ben manager Innovatie en Kwaliteit bij VSL, het Nationaal Metrologisch Instituut (NMI). VSL is de eerste schakel in de herleidbaarheidsketen voor de laboratoria in Nederland. De erkenning van de nationale meetstandaarden die in beheer zijn van VSL, is vastgelegd in een verdrag van het internationale bureau van maten en gewichten; BIPM te Parijs. Ik vertegenwoordig VSL in de Europese stuurgroep voor kwaliteit om die erkenning van VSL te onderhouden. Ik ben daarbij niet alleen verantwoordelijk voor het vertrouwen van de andere NMIs in het kwaliteitssysteem van VSL, maar ook voor het vertrouwen van VSL (Nederland) in de kwaliteitssystemen van de andere NMIs wereldwijd. Dat vertrouwen in VSL is gebaseerd op accreditatie en ik organiseer in samenwerking met RvA de deelname van Peers in onze beoordelingen. Ik heb de voorgaande jaren gewerkt als hoofd van een certificatie-instelling en vanuit die rol ben ik de oprichter van het Europese platform voor Notfied Bodies voor Meetinstrumenten (NoBoMet), en was ik de eerste voorzitter van het internationale certificatiesysteem voor meetinstrumenten onder het internationale bureau voor wettelijke metrologie; OIML te Parijs. In al mijn activiteiten speelde accreditatie een belangrijke rol voor competentiebewijs.
Waarom vind jij dat je deze rol op je moet nemen binnen Fenelab?
Laboratoria spelen een belangrijke rol in alle getallen waarop bijvoorbeeld overheden zich moeten kunnen verlaten, zoals de depositie van stikstof in Natura2000 of PFAS in ons drinkwater. De laboratoria weten als geen ander dat er geen twijfel mag bestaan aan de betrouwbaarheid van de getallen die dagelijks worden gegenereerd. Daarbij gaat het om tonnen uitstoot van stikstof bij stallen of microgrammen PFAS in een kubieke meter water. Die betrouwbaarheid borgen de laboratoria door gebruik te maken van hoog opgeleide mensen, hoogwaardige appratuur, gevalideerde procedures en al dan niet geautomatiseerde meetsystemen. Accreditatie wordt als middel gebruikt om de competentie van laboratoria voor al die factoren aan te tonen. Daarbij ontstaat soms een spanningsveld tussen de kennis en kunde van het laboratorium en de beoordelaar. Ik vind het leuk om een rol te spelen in dat wat de laboratoria ervaren tijdens de beoordelingen en dat wat de accreditatieinstelling vereist. Met mijn kennis van hoe laboratoria kwaliteit implementeren, die ik op alle bewoonde continenten van de wereld van dichtbij heb mogen zien, wil ik graag een bijdrage leveren aan de uitdagingen die leden van Fenelab tijdens audits ondervinden. Daarin wil ik ook de culture en technische verschillen meenemen die er zijn tussen kalibratie-, analytische en medische laboratoria. Ik vind het interessant om de verschillende invalshoeken van de partijen te horen en te begrijpen en dat te vertalen naar een algemeen belang. Ik denk dat de kracht van meer dan 90 laboratoria, verenigd in de Commissie Accreditatie, een gigantische kennisbron is die bij kan dragen aan de kwaliteits-infrastructuur in Nederland. Dat daarin niet alleen een RvA een belangrijke rol speelt, maar juist ook de laboratoria zelf. Die kracht wil ik graag met de mensen verder uitnutten.
Wat ga je anders doen dan je voorganger Bob van Doorsselaere die recent afscheid heeft genomen wegens zijn pensionering?
Ik stam nog uit de tijd van NKO, de Nederlandse Kalibratie Organisatie, een verre voorloper van RvA. Ik trad op als vakdeskundige en teamleider met de SC00 en de SC01/05 onder de arm, gebaseerd op de ISO Guide 25. Destijds werd de uitvoering veel meer gedicteerd. Ook de normen schreven toen veel meer voor, zoals de ISO 10012, waarin een lijst van onderwerpen stond hoe de herkalibratietermijn van meetinstrumenten moest worden bepaald. Tegenwoordig is het laboratoriummanagement zelf verantwoordelijk voor de invulling van die kwaliteit en zijn de normen veel minder voorschrijvend. Ik vind het een mooie uitdaging om samen met de leden in de Commissie Accreditatie op zoek te gaan hoe we kennis meer kunnen delen.
Wat zijn de voornemens van de Commissie / activiteiten?
Om invulling te geven aan die bovengenoemde uitdaging kijken we naar bepaalde thema’s. Bijvoorbeeld hoe invulling te geven aan de eisen van de norm ISO/IEC 17025:2017 met het continue waarborgen van de integriteit van de medewerkers van het laboratorium. Dat kan naast vakinhoudelijke thema’s ook training zijn van auditees op softskills. Hoe escalaties te voorkomen als er meningsverschillen ontstaan over de interpretatie van een normelement. De commissie is ook voornemens te zoeken naar mogelijkheden om de kennis van die groep te delen en te kunnen raadplegen.
Wil je nog iets meegeven aan de leden?
De kennis van kwaliteitszorg ontwikkelt zich steeds verder. Daar waar we eerst aan correcties werkten, komen we via preventieve maatregelen uit op risicobeoordeling. Ik ben van mening dat er meer kennis en ervaring geclusterd zit bij alle deelnemers in de commissie accreditatie dan we in eerste instantie denken. En daar waarbij we op bepaalde onderwerpen allemaal hetzelfde doen. Die kennis delen helpt ons allemaal. Daarbij is de bijdrage van elk lid relevant, hoe groot of klein het laboratorium ook is.